Hoe u uw werkdag kunt verlengen - productief en veilig

De arbeidswetgeving regelt de verlichting op een bouwplaats. Met verschillende werkzaamheden zijn ook verschillende eisen aan de verlichtingssterkte verbonden. Dit wordt gemeten in lux en vertegenwoordigt de lichtstroom die op een bepaald gebied valt. Om veilig te kunnen werken, eist de vakvereniging een verlichting van ten minste 20 lux op bouwplaatsen. Gebieden waar mensen actief aan het werk zijn, hebben betere verlichting nodig. In de spoorbouw is dat 50 lux, in de tunnelbouw zelfs 100 lux. Maar vaak is de verlichting op bouwplaatsen niet voldoende, zeggen deskundigen. Het is niet alleen om juridische redenen dat dit een probleem kan zijn. Het oog wordt ook sneller moe en de productiviteit daalt.

Om de juiste verlichting te kunnen plannen, moet u zich vertrouwd maken met de terminologie. Zo is de in lumen gespecificeerde lichtstroom in eerste instantie geen doorslaggevende waarde, omdat deze alleen iets zegt over de hoeveelheid lichtenergie die van een bron afkomstig is. De verlichtingssterkte (gemeten in lux) daarentegen geeft aan hoeveel licht de bouwplaats werkelijk bereikt en hoe helder het is op een bepaald oppervlak.

Met andere woorden: Een zeer hoge lichtstroom in termen van waarde kan staan voor een zeer lage verlichting in het gebied. Voorbeeld laserpointer: In dit geval is het licht sterk gefocust en raakt het slechts één punt in plaats van zich over het oppervlak te verspreiden. Zelfs de zuinige leds die tegenwoordig op bouwplaatsen worden gebruikt, zijn wat hun lichtsterkte betreft geen echte lampen. Maar met innovatieve lenstechnologie kan hun lux-waarde aanzienlijk worden verbeterd!

Om de keuze van de juiste lichtmast zo gemakkelijk mogelijk te maken, moet u rekening houden met de volgende vier punten: plaatselijke omstandigheden, gebruiksgebied, milieuoverwegingen en speciale beperkingen. Dan is de kans groot dat u een goede verlichtingsoplossing vindt.

Kijk eerst naar de plaatselijke omstandigheden. Hoe groot is het te verlichten gebied? Welke vorm heeft het? Waar kan de lichtmast worden geplaatst zonder het werk te hinderen of schaduwen te veroorzaken? De antwoorden zullen u vertellen welke en hoeveel lichtmasten u nodig hebt. U moet ook nagaan of de bouwplaats naar boven toe afgesloten is en of er geen omgevingsinvloeden zijn zoals sterke wind. Dan moet u misschien de lichtmast, die bijzonder blootgesteld is, verankeren. Intelligente lichtmasten zijn nu voor dergelijke gevallen uitgerust met de zogenaamde "smart mast"-technologie. Zo bepaalt de lichtmast zelf tot welke hoogte hij zich beweegt, zodat hij zich altijd in een veilig werkgebied bevindt.

Wat de relevante milieuaspectenbetreft, zijn de emissie-eisen volgens uitlaatgasfase V - in tegenstelling tot wat zou kunnen worden verwacht - betrekkelijk gemakkelijk op te lossen. Dit komt omdat de gebruikelijke lichtmasten worden aangedreven door motoren met een vermogen van minder dan 90 kilowatt, die over het algemeen geen roetfilter nodig hebben - tenzij u in speciale gebieden werkt, zoals een tunnel. Let op de belangrijkste cijfers over levensduur, onderhoud en slijtage, en niet alleen voor de eco-balans van uw lichtmast. U moet ook rekening houden met geluidsniveaus, geluidsisolatie en lichtemissies die dieren zoals vleermuizen kunnen verstoren. Het blauwwitte licht dat door de meeste lichtmasten wordt uitgestraald, is namelijk bijzonder onnatuurlijk. Beter zijn licht gelige leds, die dichter bij natuurlijk licht staan. Niet in de laatste plaats kan de flexibiliteit van de energiebron, d.w.z. een gemakkelijke omschakeling tussen diesel- en elektrische werking, grote voordelen opleveren.

Bijzondere beperkingen kunnen het gevolg zijn van zeer uiteenlopende factoren. In een tunnel hebt u een roetfilter nodig en gelden er mogelijk hoogtebeperkingen. Bijzondere gevaren, zoals de hierboven genoemde sterke wind, moeten ook bekend zijn, aangezien zij van invloed kunnen zijn op de verlichting. Ze wordt immers blootgesteld aan weer en wind op een hoogte van acht meter. Daar moet de lichtmast worden beschermd - bijvoorbeeld door een goede wind- en weerbestendige inkapseling, bijvoorbeeld volgens beschermingsklasse IP69. In de wegenbouw daarentegen mag het tegemoetkomende verkeer niet worden verblind. Hiervoor zijn speciale hulpstukken verkrijgbaar, die het licht wat meer diffuus maken. Dit heeft een effect op het verlichte gebied, maar bestuurders kunnen niet meer rechtstreeks in de leds kijken, zodat er geen risico van verblinding is.

Koop niet zomaar lichtmasten, maar bekijk van tevoren aan welke eisen uw nieuwe verlichtingsoplossing moet voldoen. In het algemeen moet bij de keuze worden gelet op een robuuste behuizing die beschermd is tegen bijvoorbeeld steenslag en corrosie. Ook efficiënte motoren en dimbare verlichting zijn de moeite waard: Ze kunnen het brandstofverbruik op moderne lichtmasten al snel halveren.