Zorgen voor optimale druk voor pneumatisch transport van cement
Hoe kiest u een persluchtsysteem voor pneumatisch transport van cement?
Doordat nat cement een kleverig materiaal is, is het belangrijk dat het goed uit een opslagsilo van een verwerkingsinstallatie wordt verwijderd. Pneumatisch transport, waarbij gebruik wordt gemaakt van perslucht om cement door leidingen te persen, maakt dit mogelijk. Met deze toepassing in gedachten is het van belang om de juiste luchtdruk en apparatuur te gebruiken.
Dat komt doordat pneumatisch transport in een cementfabriek een lagedruktoepassing is. Hoewel middelgrote tot grote luchtcompressoren relevant zijn voor veel industriële toepassingen, vertrouwen cementfabrieken sterk op lagedrukapparatuur (< 4 bar(g)), voornamelijk voor pneumatisch transport, fluïdisatie en verbrandingslucht. In feite gaat ongeveer 70% van het geïnstalleerde vermogen dat nodig is voor perslucht in een cementfabriek naar lagedrukcompressoren en -blowers (< 4 bar). Bij de lagedrukcementtoepassingen vereist pneumatisch transport het meeste vermogen (40%).
Lagedrukpersluchtapparatuur
Als het gaat om lagedrukpersluchtapparatuur voor pneumatisch transport, is de traditionele oplossing een lobbenblower (rootsblower). Een schroefblower is echter meestal 30% efficiënter. Dit komt door het ontwerp, gebaseerd op het principe van isentrope compressie, dat in het artikel over typen blowers wordt behandeld.
Als we kijken naar de totale bedrijfskosten, wordt het meeste energieverbruik veroorzaakt door persluchtapparatuur. Door te investeren in efficiëntere apparatuur, zoals een schroefblower, bespaart u op de lange termijn geld. Gewoonlijk betalen deze machines zichzelf terug gedurende hun levensduur.
Het is ook van belang dat de apparatuur aansluit bij het werkelijk benodigde drukniveau. Het gebruik van apparatuur die te groot of te klein is, kan leiden tot inefficiëntie die de voordelen van lagedrukmachines tenietdoet.
De juiste druk voor pneumatisch transport
Er zijn 2 manieren van pneumatisch transport. Een daarvan wordt "dunnefasetransport" genoemd en vereist drukniveaus van 0,3-2,5 bar(g). Deze wordt toegepast voor materialen met een lage bulkdichtheid. Het andere type wordt de "dichtefasetransport" genoemd en vereist drukniveaus van 1,5-4 bar(g). De exacte vereiste druk is afhankelijk van het ontwerp van het systeem.
Hierbij is het belangrijk dat u de luchtdruk nauwkeurig afstelt. Vaak installeren faciliteiten een middelgrote luchtcompressor met een druk van 7-8 bar(g) en wordt een reduceerventiel gebruikt. Met deze methode verlaagt u de energie-efficiëntie echter met circa 7% voor per 1 bar(g) drukval.
Daarom is het beter een op het doel toegespitste blower of compressor te gebruiken. Het gebruik van de juiste apparatuur kan veel energie besparen. Bovendien vermindert het gebruik van één eenheid per transportleiding het risico op verstopte leidingen als gevolg van een plotselinge drukval in het algemene persluchtnet.
De beste apparatuur kiezen
Net als bij alle persluchtapparatuur, wilt u een grondige maatbepaling uitvoeren. Dit helpt u de benodigde drukniveaus te begrijpen. Ons team is beschikbaar voor gratis advies over maatbepaling.
