De GA FLX, de eerste compressor met twee toerentallen, is de perfecte oplossing als u op zoek bent naar energiebesparing voor compressoren, maar nog niet klaar bent voor een variabele toerentalaandrijving.
In veel gevallen vereisen persluchttoepassingen een constante druk in het persluchtsysteem. Daarvoor moet het persluchtdebiet van de compressorinstallatie wordt gereguleerd. In dit artikel gaat het over debietregeling bij dynamische compressoren.
Hoe worden dynamische compressoren gereguleerd?
Toevoerregeling
De inlaat smoren:
De inlaat op een dynamische compressor kan worden gesmoord om de capaciteit van de compressor continu te beperken. Het minimumdebiet wordt bepaald wanneer de drukverhouding de pomplimiet bereikt en de machine instabiel wordt (surge). Het regelingsbereik wordt bepaald door het ontwerp van de machine (bijvoorbeeld het aantal compressiestadia en het ontwerp van de waaier), maar ook in grote mate door externe factoren zoals tegendruk, aanzuigingstemperatuur en koelvloeistoftemperatuur. Het minimale debiet varieert vaak tussen 60% en 85% van het maximale debiet.
Inlaatschoepen:
Schoepen gerangschikt als radiale schoepen in de inlaat zorgen ervoor dat het aangezogen gas gaat wervelen terwijl het debiet wordt gesmoord. De methode heeft hetzelfde effect als smoren, maar biedt een groter regelingsbereik en een verbeterd energiegebruik. Regulering tot op 50-70% van het ontwerpdebiet is een gangbare waarde. Ook bestaat de mogelijkheid om de capaciteit en de druk van de compressor tot op zekere hoogte iets te verhogen door de schoepen in de tegenovergestelde richting te draaien. Dit kan echter de prestaties in zekere mate nadelig beïnvloeden.
Uitlaatregeling
Variabele uitlaatgeleiders (diffusor):
Om het regelingsbereik verder te verbeteren, kan ook het debiet in de diffusor van de compressortrap worden geregeld. Regulering tot 30% met behoud van de druk is standaard. Gebruik is beperkt tot ééntrapscompressoren vanwege de complexiteit en de hogere kosten.
Drukontlasting:
De oorspronkelijke methode voor het reguleren van dynamische compressoren was om met een overdrukklep of afblaasklep overtollige perslucht in de atmosfeer af te blazen. In principe werkt deze methode hetzelfde als met drukontlasting op een verdringingscompressor.
Load-unload-stop De eerder genoemde regelmethoden kunnen worden gecombineerd om de compressoreenheid te regelen. Er worden vaak twee modi gebruikt: Modulerend: de overtollige flow wordt afgevoerd naar de atmosfeer (of de inlaat), maar het energieverbruik blijft ongewijzigd.
Auto dual: de debietverlaging van de eenheid wordt beperkt tot de verlaging van de inlaatklep en/of de uitlaatgeleidingsschuiven voor debieten onder de verlagingslimiet. Het regelsysteem sluit de inlaatklep volledig op hetzelfde moment dat de uitlaat van de compressor naar de atmosfeer wordt geopend (vergelijk met de verdringercompressor).
Het ontlastingsvermogen is nog steeds relatief hoog en vertegenwoordigt 20% van het vollastvermogen, afhankelijk van het ontwerp van de waaier enz.
Snelheidsregeling De snelheidsregeling heeft een vergelijkbaar effect als het gebruik van inlaatgeleidingsschuiven. Het debiet kan worden gevarieerd met een constante druk binnen het uitschakelbereik van de compressor. Bij hogere vermogens is snelheidsvariatie minder voordelig vanwege de hoge kosten van de vereiste frequentieregelaarinstallatie.
Er zijn verschillende manieren waarop we perslucht kunnen behandelen en verschillende middelen die in deze processen worden gebruikt. Lees meer over het proces van persluchtdebietregeling.
Er zijn verschillende manieren waarop we perslucht kunnen behandelen en verschillende middelen die in deze processen worden gebruikt. Lees meer over regeling van het persluchtdebiet bij verdringingscompressoren.
Het installeren van een compressorsysteem is eenvoudiger dan vroeger. Er moet echter nog wel met enkele zaken rekening worden gehouden en dan met name met de locatie van de compressor en hoe de ruimte rond de compressor moet worden georganiseerd. Meer informatie vindt u hier.